Een boreling is er gewoon voor zichzelf.
De wil tot verkenning ontwaakt in alle uitdagingen.
Al voelend en proefend ontdekt de baby de omgeving.
Ver voor de jaren van ‘verstand’, denkt de peuter en trekt conclusies.
Helaas breekt voor de kleuter al de tijd aan om lezend en schrijvend te leren.
Nieuwsgierigheid en interesse verdwijnen, motivatie en discipline worden geeisd.
De ontwikkeling stagneert en het recht van de sterkste en slimste (het onderwijs) dicteert.
Met handen en voeten gebonden aan rooster, leerplicht, geniet het kind niet meer van het leerrecht.
Aloude bronnen drogen op, bewegen en handelen mag slechts zeer beperkt.
Het hoofd moet het doen, het hart kwijnt weg.
Waar (groot) ouders groot in kunnen zijn en hoe zij rijkdom uitdelen.
Lupe roept ouders en grootouders op ruimte en tijd te bieden aan ieders levensdynamieken en deze te honoreren. Ruimte om ieders wilskracht, nieuwsgierigheid, invoelingsvermogen en zelfstandig denken te doen ontwaken Tijd om al spelend, handelend, experimenterend ontdekkingen te doen, om met vallen en opstaan te leren. Waardoor jonge kinderen ervaren dat wilskracht gewaardeerd wordt en binnen de bedding van gezin, familie en vriendenkring floreren mag. Vrijheid in alles binnen de grenzen van natuur, gevaar, sociale vaardigheden. Kinderen spiegelen jouw vrijheid, mag het steeds een beetje meer worden voor beide?
Kinderen babbelen voluit, alle indrukken en ervaringen zoeken een uitweg. Heerlijk dat ouders en grootouders die fase geheel of gedeeltelijk voorbij zijn en kunnen luisteren en kijken. In hun doen en laten vertellen kinderen al zoveel dat je snel ontdekt wanneer het nodig is hen aan te moedigen zich te uiten. Gevoelens uiten is een must om deze te kunnen laten komen en gaan. Zelf denken is voorwaarde om eigen begaanbare paadjes te vinden.
Indrukken en belevenissen van de dag vragen om afronding of verwerking
Dat kan vertellend of zingend. Tempo, volume en ritme van vertellen zijn s avonds anders dan op een zondagochtend of middag. De eerste heeft als doel de gemoederen te bedaren en te verwerken, de tweede heeft juist als doel pit in de dag te krijgen. Samen verzinnen via een barst in het behang, of schaduw op de muur. In de ochtend of de middag kan het niet gek genoeg zijn wat jullie samen verzinnen en uitspelen. S’ avonds spin je een verhaal van wat er die dag is gebeurd. Of luister je naar de regen tegen het raam (echt luisteren dus minstens een minuut stilte). Samen kijken naar een vogel, een rups of duizendpootje , misschien even op hun arm laten lopen. s Avonds kijken naar maan en sterren. Wat komt er op bij hen aan vragen en opmerkingen? Je kunt daarop aansluiten door er samen bij stil te zijn, hun gedachten te laten opborrelen en als zodanig te laten, te bevestigen of een vervolgvraag te stellen uit echte interesse.
S avonds voor het slapen gaan.
Bij het naar bed gaan mochten kinderen iets aanwijzen waarmee ons verhaal begon. Er woonden zorgzame wezentjes in hun slaapkamer. De eerste minuten ontstond er door mij een begin. Dan nam degene met de meeste fantasie de draad op, waarna ik weer verder spon na een hoogtepunt. Het verhaal groeide verder, ik nodigde zijn broertje uit met vragen als: Hoe ziet/zag ….. eruit/ Weet jij hoe het verder ging/ Durft zij/hij dat te doen? Hoe dan? Op een bepaald moment kwam de olifant met een lange snuit. Ik kondigde hem op tijd aan, hee nog even niet slurfje…., slurfje hoe durf je ….. en ja de derde keer blies slurfje het verhaal uit.
S’ avonds voor het slapen gaan
ver van alles vandaan
gaan we samen spinnen
zien alles van binnen.
Daarna komen de dromen
die ons gespin bekronen.
Samenzijn met Oma of Opa
Oppassen is natuurlijk zeer praktisch, het vraagt en geeft energie. Die uurtjes zijn veel rijker dan toezicht houden, ze leren bij oma en opa voor het leven. Opa en oma hebben tijd, zijn wijs. Vertelt u hen van de kleine prins en de Indiaanse jager (zie hieronder) ? Helpt u hen ontdekken wat ze willen via Appel, kers of bes?
De suggesties zijn voor een schoolklas, aan u de uitdaging dit te hertalen naar enkele kinderen. Thuis is er geen publiek en wordt het persoonlijker, dat komt het verhaal en het gesprekje of spel vaak ten goede. Zo u met onderstaande suggesties aan de slag gaat, vraag ik u door de leerkracht formuleringen en groepsgerichte opmerkingen heen te lezen. Er is in de loop van tientallen jaren een rijkdom ontstaan dankzij medewerking van veel studenten en collegae.
Samen spelen
Je doet het nooit fout als jij jezelf en de kinderen geen wet voorschrijft, maar naar eigen interpretatie speelt. Lees alsjeblief door de docent gerichte taal heen en kom tot eigen variaties op maat van je (klein)kinderen. Hou alsjeblieft de website gesloten als je vertelt of speelt. Aap niet na! Het komt alleen maar tot leven op jouw manier.
Verhalen oogsten
De kleine prins – De kikker en de zon
De witte olifant – De kleine zwarte vis uit Azerbeidjan
De Japanse steenhouwer – Jaguar de Indiaanse jager
We gaan fotograferen zonder foto toestel
Als je goed luistert, hoor je mijn stemming
Playbackspel maar dan anders dan je denkt
De levenskunst van pappa’s/mamma’s, opa’s/oma’s is vooral
- (Klein) kinderen ruimte geven om hun ervaringen en beelden te spuien.
- Hen niet je eigen beelden en overtuigingen opleggen.
- Ruimte voor de meest gekke voorstellen ook al weet je er geen raad mee. Zij lossen dat probleem wel op.
In de kortste keren is het bed een bedboot/space shuttle/vliegend tapijt naar sprookjesland en elders. - De eigen vermoeidheid niet projecteren op hun gedrag. Vraag hen rekening te houden met je leeftijd of werkstress.
- Voortdurend vragen stellen, je opent daarmee een breder perspectief voor hen.
- De keerzijden van medailles laten ontdekken.
- De rol spelen van het niet weten of kunnen, maar o zo nieuwsgierig te zijn.
- Genieten van hun – maar ook van je eigen onbekende talenten.
- Hen en jezelf gunnen iets uit te gummen* en opnieuw te beginnen.
- Hen en jezelf bevestigen in wat goed gaat en negeren wat fout ging. Dat klinkt wel door.
* De drie dimensionale gum
Deze veegt de atmosfeer weer schoon en biedt nieuwe kansen. Gewoon in het luchtledige gummen eventueel met beide handen en met commentaar van : oei dit keer moet ik wel erg hard boenen, zal het lukken denk je? Een ander keer vraag je het kind of ze wil gummen en opnieuw wil beginnen.
Laat je (klein) kinderen vragen stellen en stel zelf vragen opdat zij zelf ontdekken wat jij hen echt wilt zeggen.
Ubbergen, update lente 2024