Beweging is een natuurkracht die leven voortstuwt. Een eeuwigdurende cyclus zoals we die kennen van seizoenen en evolutie. Daaraan gehoor gevend dragen wij willens en wetens bij.  Door voortschrijdend inzicht dragen we mede verantwoordelijkheid. Laten groeien en bloeien vraagt neigingen, ontwikkelingen en gewoonten regelmatig te controleren. Evenals planten en bomen dienen ook zij, zo nodig, te worden gesnoeid . Samen met de basiskwintetten vormt dit duo de basis voor LuPes piramide.

Wezenlijk leren, een duo kwintet.

Dit duo is sterk met elkaar verbonden. Hierdoor leer je bij de ene leerkracht/docent veel meer  dan bij de ander. Ook al gebruiken beide dezelfde methode. De een laat je ontdekken welk belang er voor jou hier en nu is. Z/hij inspireert je echt en kan zo goed uitleggen. Z/hij helpt je zodat je het zelf kunt. Dat geeft meer voldoening dan iets kunnen omdat iemand het heeft voorgedaan/gezegd. De andere hanteert het rode potlood en laat je vooral beseffen wat je nog niet kunt en dat je nog veel moet leren.

Het kwintet van een Inclusief leerproces*

Een leerproces vraagt een juiste verhouding tussen interesses, timing van leerstof – leerfases en begeleidingskwaliteiten. Een spel is mooi, een vormingsproces vraagt meer. Uitzonderingen zoals echte ontdekkingen – flow moment – Aha ervaring, daargelaten. Voorbij het of-of ontstaat er een rijk en – en. Alles speelt mee: vak en vorming, product en proces, spelen – leren – doen,  privé en maatschappij, heden en toekomst. Jongeren floreren en genieten.
* Inclusief leren in het verlengde van Inclusief denken (F. Boerwinkel  (1966 Uniboek BV Bussum)

De V’s

Verkennen:      wat weet ieder al van het onderwerp? Start vanuit eerste associaties.
Verbinden:       wie heeft wat gemeenschappelijk met het onderwerp? Vraag naar hun voorstellingsvermogen, ervaring
Verbreden:       welke informatie verruimt en verdiept de context? Welke vragen komen op?
Verwerken:      hoe verbinden ze het nieuwe met het bekende? Werkelijkheid is complex, hoe gaan ze ermee aan de slag?.
Vertonen:         welke ontdekkingen, inzichten en meningen willen ze meedelen? Laat je hen het subjectieve en tijdelijke ervan beseffen?

De V’s nader uitgewerkt

Verkennen van een thema
Je associeert en stelt vragen. Wat weten we, wat hebben we  ervaren ? De oogst kleurt de opstart. Associërend en experimenterend  op zoek naar klok en klepel.

Verbinden vanuit een invalshoek
Voorstellingsvermogen, associaties roepen evenals ervaringen en herinneringen betrokkenheid en inventiviteit op. Dorothy Heathcote hanteerde de verwantschap sleutel hiervoor: Wat hebben spelers gemeenschappelijk met de rol die ze gaan spelen? Dwerg/kind, zwerver/spijbelaar. Zodat spelers uit  ervaringen putten om hun rol te spelen. Hierdoor kunnen ze reacties bieden op dilemma’s.

Verbreden van de context
Door confrontatie met de werkelijkheid (historisch of hedendaags) wordt het onderzoek realistisch. De eigen associaties, idealen en interpretaties worden eraan getoetst.

Verwerken van de gegevens
Vanuit ervaringen en aangegane confrontatie komen tot antwoorden. Evenals tot knopen doorhakken, een interpretatie kiezen en vormgeven aan bevindingen.

Vertonen van het product
Presenteren is reflectie ook zonder een ‘af’ product. Reflectie ontmantelt de waan van de dag van willens en wetens geloven, waarderen of afwijzen.

Het kwintet van LuPes begeleidingskwaliteiten

Spelregels bepalen hoe spelers spelen. Laat de spelregels dus altijd vooraf duidelijk zijn. Vervolgens ontwikkelen ze door je begeleiding, voortschrijdend inzicht en groeiend zelfinzicht. Laat ze ontdekken dat ze zichzelf voortdurend kunnen bevragen:  Is zich nu kwetsbaar opstellen zinvol? Zijn spanningen vruchtbaar, is informatie relevant, is risico nemen zinvol? Gun ik mezelf dit leren op maat? Hoe dicht op de huid mag het?

Leer hen hun weerstand te analyseren en te herleiden tot een deelaspect. Het is niet zo moeilijk, als ik beter waarneem. Als ik meer oefen of ontdek wat ik er zelf aan heb. Moedig aan te durven zeggen: ik wil het liever zelf verzinnen. De instructies  zijn niet helder,  advies te vragen.

Veel speelt er onbewust mee. Datgene waarvan zij zich bewust worden, verkleint hun belemmeringen. Faalangst (samen met een ander een rol spelen). Tegenzin (kan ik het anders aanpakken). Onmacht om opdracht of samenwerking aan te gaan (uitzoeken waardoor dat komt). Jij begeleidt hen hierin zodat ze weten waar ze aan toe zijn en zich kunnen overgeven aan het spel. Het spanningsveld tussen subjectieve keuzes en vaardigheden van begeleider en spelers is gecompliceerd. Immers spel is kwetsbaar. Doordat spelers zichzelf als materiaal inzetten en alles op de spelvloer  voor anderen zichtbaar is. Dat vraagt veel van iedereen: spelers – publiek en begeleiding.

De vijf kwaliteiten

Inspirator:                     loopt de groep warm voor je aanbod?
Instructeur:                  weet de groep helder waar ze aan toe zijn met een opdracht?
Medespeler:                  hoe versterk je hun onderzoek zonder hen te onderbreken?
Regisseur:                      hoe versterk je  hun vormgeving vanuit overzicht en inzicht?
Recent:                            welke feedback in zinvol voor hun leerproces?

In Spelen is de Kunst komen deze kwaliteiten uitgebreid aan bod.

Met hoofd, hart en handen erbij betrokken zijn ofwel met denken – voelen en willen

Samenhang tussen beide kwintetten is nodig zodat de begeleider zich bewust is van het totale proces. Welke leerfase  is nu aan de orde? Hoe kan z/hij de spelers daarin begeleiden? Stel jezelf vragen als: Wat houdt de jongeren bezig? Waaruit valt hun plezier af te leiden? Welk materiaal of soort opdracht stimuleert hen vooral? In welke situaties zie je gêne voor spelen – presenteren ontstaan? Welke ideeën werken? Wat willen ze  hoe onderzoeken? Spelen ze vol overtuiging? Hoe lang is er aandacht voor presentaties van groepsgenoten?

Voor verdere tips zie Magic Teacher

Ubbergen, update winter 2022