Er was eens een acteur Wijnand Mens. Hij schreef een prachtige boekje bij een kindervoorstelling: Opleiding tot buientemmer. Het boekje raakte ik kwijt, maar zijn intentie probeerde ik in gewoon dagdagelijkse spelen met kinderen vorm te geven. Vanuit wat er op de praktijk sites staat rondom gevoelens, maakte ik een keuze. Pas ze aan, snij ze op maat en zet ze naar eigen hand. Maak een spel vanuit wat jij je erbij voor kunt stellen – van kunt maken. Veel speelplezier met je (klein) kinderen. Geef er je eigen draai aan binnen het doel: het voelen in gradaties te doorgronden. Soms   … alleen al dat woord kan zoveel oproepen, luister wat de (klein) kinderen erop associëren en ga erin mee. Zoals ook: dat zal ik echt nooit vergeten veel vertelt van wat hen geraakt heeft. De laatste twee vragen misschien iets meer aanduiding. Scroll naar het betreffende begrip of zin op de pagina die tevoorschijn komt

Soms   Herinneringen  Absurde verhalen verzinnen  Schrijf me waar je mee bezig bent  

Kom speel er mee

C ‘est e ton qui fait la musique
Woorden doen veel pijn en klinken lang na, hebben soms voor andere een zwaardere betekenis. In djabbertalk ofwel fantasietaal je emoties leren uiten, is daarom zeer welkom. Met een scheldwoord als Rododendron dendert de kwaadheid het lijfje uit en heeft z/hij niemand bezeert. Maar ook als iemand ergens helemaal vol van is en er eigenlijk geen woorden voor heeft, is het heerlijk. In fantasietaal kan z/hij het enthousiasme uiten zonder allerlei interpretaties van anderen. Oordelen van je overdrijft, je ziet ze vliegen worden voorkomen.

Emotionele gebeurtenissen:

Een verhaal waarin een emotie centraal staat, spelend vertellen waarbij de kinderen mee doen (vertelschema’s).

Wat erin zit moet eruit

Houding overnemen en benoemen, die duidelijk de actuele emotie weergeeft. Het kind voelt dan dat je haar gevoel erkend, ruimte geeft. Als je vervolgens op het juiste moment de houding in beweging brengt en het kind aanmoedigt te overdrijven komt z/hij er wat losser van.  Wie weet kun je de emotie zelfs omturnen door van stampvoeten over te gaan in hoog springen. Of door het hard slaan in de lucht ritmisch te maken en over te gaan tot ritmisch bewegen van top tot teen. Neem royaal de tijd voor een dergelijke ontwikkeling en zet die pas in als je voelt dat het kind eraan toe is. Herhaal het geheel als je vermoedt dat dit het kind goed doet, als het terugvalt in de eerdere emotie. Een emotie komt en gaat. Het denken erover kan de emotie echter ieder moment weer oproepen of zelfs dagenlang vasthouden. Tenslotte ebt de emotie weg, de herinnering blijft als de situatie intens was en dient als levensles.

Dilemma’s

Ik wil dit even met je bespreken

Kinderen schrikken daar vaak van en worden al gespannen voordat het gesprekje begonnen is. Door een kwestie speels te benaderen ontstaat de vereiste ontspanning om de eronder liggende aanleiding te bespreken.  Dit kan simpel door het aanbel spel  of het telefoon spel. Belangrijk is wel dat je het kind in rol van buur, vriend(in), oma of …. aanspreekt en niet rechtstreeks in de werkelijkheid.
Je gaat voor de stoel van het kind staan en doet alsof je aanbelt.  Het kind doet alsof het de deur open maakt en jij begint: dag buurvrouw/man mag ik u even iets vragen ?  Vervolgens leid je de kwestie in die je bespreken wilt. Als het oog in oog contact te bedreigend is, kun je ook ergens vanuit de kamer met de rug naar het kind doen alsof je opbelt: tring, tring, ik hoop maar dat buurman/vrouw thuis is. Als het kind dit onzin vindt, vraag je of z/hij even in de grote leugen kan geloven*, zodat deze donkere wolk kan verdwijnen en de zon weer gaat schijnen.

* Dorothy Heatcote heeft met alle leeftijden gespeeld en daarmee veel ‘ter sprake’ gebracht. Ze voelde meteen aan als iemand niet mee kon komen of het spel niet serieus nam en vroeg dan: Can you believe in the Big Lie for this moment? 

Foto s spreken boekdelen.

Verzamel uit diverse tijdschriften of van internet (wel printen) foto’s die  duidelijk een emotie weer geven. Symbolen en stripfiguren zijn soms ook heel handig omdat ze minder concreet zijn en daarmee ruimte geven voor eigen invulling.
Niet altijd begrijp je wat je (klein) kind bezig houdt. Het is dan handig om een voorraad afbeeldingen te hebben en het kind te vragen welke afbeelding haar/hem nu aanspreekt.  Vraag haar/hem erover te vertellen, stel alleen maar vragen en nog meer vragen en moedig aan om erover te praten alsof het om een ander gaat. Door je echte belangstelling en je begrip voor iets wat z/hij ter sprake brengt, kan het zijn dat het kind overgaat van te spreken over h/zij naar ik. Merk dit op, maar benoem het niet, ga erin mee en praat verder.

Voor liefhebbers van spelen

Er zijn spelen die je ook in het klein thuis kunt spelen, vertrouwend op de ontspannen alsof sfeer , je  intuïtie en improvisatie talent. Playbackspel is niet wat je als eerste denkt, het is een spel dat een herinnering herspeelt die  een kind nog steeds bezig houdt. Je kunt zelf dubbelrollen spelen maar ook voorwerpen uit huis gebruiken. Het kind gaat op zoek welke voorwerpen het beste de andere rollen kunnen vertegenwoordigen. Misschien wil broertje of zusje ook wel iemand vertegenwoordigen. Misschien wil z/hij als representant van het betreffende zusje/broertje laten zien hoe deze de hele situatie ervaren heeft. Zo je zelf alle rollen speelt, hanteer je de voorwerpen als poppenkast poppen die kunnen bewegen en spreken. Je herspeelt de hele herinnering uit en vraagt het kind of zij zich erin herkend, of het zo ongeveer was. Misschien kan ze er opnieuw woorden voor vinden en het nog eens allemaal vertellen.

Anne stottert niet

Tijdens mijn spelen met kinderen deed ik wonderlijke ontdekkingen.  Zoals de keren dat Anne niet stotterde. Dat meisje stotterde erg vaak, behalve als ze een rol speelde, dan was ze ontspannen, lachte, sprak voluit. Zolang ik haar als Anna aansprak, ook na het spel, was er geen probleem. Noemde ik haar echter weer met haar eigen naam, dan kwam er geen enkele zin soepel uit. (1974)

De slavendrijfster

Een meisje vroeg of zij in het spel de slavendrijver mocht zijn. Ik vermoedde waar die wens uit voortkwam en gaf haar de rol en de ruimte. Onder in het schip zwoegden de slaven en bovenop paradeerden de hoge heren. De slavendrijver joeg de slaven bijna over de kling. Was het nog spel of reageerde ze iets anders af? Ik observeerde alert en liet het gebeuren. Na afloop vroegen de slaven of een slavendrijver echt zo vreselijk te keer ging vroeger. Dat bevestigde ik natuurlijk. Na schooltijd liep ik met het kind naar haar huis, mijn vermoeden van de laatste tijd werd bevestigd: er was daar heel wat aan de hand. (1974)

Ubbergen, lente 2022