Speels kun je meer en geniet je meer

Lev Vygotsky wees het onderwijs er op dat een kind in spel een kop groter is dan in de werkelijkheid. In de veilige spelwereld kunnen spelers immers vrij experimenterend leren. Vaak ervaren we leren als moeten. Na de schoolplicht volgen we alleen daarin cursussen of  studies, die ons voldoening geven. Dit geldt ook voor keuzes in hobby’s, vrije tijdsbesteding en we willen van ons werk genieten.

Uitdagingen zijn welkom als we ons ook enigszins capabel voelen. Onze vaardigheden  moeten ermee in balans zijn. niemand houdt het lang vol op tenen te lopen. Als uitdaging en vaardigheid niet in balans zijn, is motivatie ver te zoeken. Zijn ze goed op elkaar afgestemd, dan floreer je. Csikszentmihaly deed onderzoek hiernaar.

Flow momenten kun je niet plannen, wel  kun je zorgen voor optimale omstandigheden. Daagt de opdracht je uit om op je tenen te lopen? Waar vraagt het proces om bijstelling: iets meer uitdaging of juist iets minder. Het gaat om de juiste balans waardoor jij je niet verveeld én geen faalangst ervaart. Bijv. Anne zat de vorige keer (A1) in een flow en genoot,  de keer erna kon ze het allemaal (A2) en verveelde zij zich. De begeleider zag dat en daagde haar uit (A3). Dat was spannend, Anne zette door en ja ze kwam opnieuw in een flow (A4).

Flow vraagt

  • volledige alertheid in het hier en nu,
  • alles buiten te sluiten wat niet relevant is,
  • optimaal zich te concentreren op de uitdaging
  • de eigen vaardigheden maximaal in te zetten.

Om één met de actie te zijn en het dagelijkse te vergeten is een juiste balans tussen uitdaging en vaardigheden nodig. Je wilt helder weten waar je aan toe bent als iets het uiterste vraagt van je kunnen. Vrijheid in werkwijze en vertrouwen in je compagnons zijn voorwaarde. In flow ben je door wat je kunt en kent inventief, creatief en speels.

Ik heb er geen zin in’ of wat voor zin heeft dat?
Jongeren slaan hiermee meer de spijker op de kop dan ze zelf in de gaten hebben. Immers de zintuigen staan er niet voor open.
Hoe pak je het als begeleider anders aan? Wat is er nodig om jongeren warm te laten lopen en een opdracht boeiend te maken?

Hamvragen

Word je voldoende geprikkeld, geïnspireerd, uitgedaagd?
Krijg je voldoende helderheid, zekerheid en vertrouwen?
Wanneer ben je het meest in je element?

•    Raak je enthousiast bij gecomplicceerde voorstellen?
•    Prikkelt fysieke actie?
•    Loop je warm door uitdagingen in samenspel/werk?
•    Floreer je als het concreet wordt in doen of maken?
•    Voel jij je gezien als anderen je inzichten gebruiken?

Er is interesse en moed nodig om zin te geven aan een moeilijke opdracht. Om eerste vermoedens te schetsen op de vloer. Misschien worden pogingen niet gezien of gewaardeerd. Bovendien is het zoekend vormgeven op de spel/werkvloer zichtbaar voor anderen. Het verfrommelen tot een papierrest in de prullenbak, kan niet. Wie durven hun nek uit te steken?

Het onderling afstemmen van uitdaging en vaardigheden.

Vraag je als begeleider af

  • wat deze bijeenkomst jongeren zegt en doet, sluit ze aan bij hun vaardigheden en beginsituatie?
  • kunnen jongeren met het aangebodene aan de slag,  daag je hen optimaal uit?
  • hoe  jij hun vaardigheden zodanig ondersteunen kunt dat ze op hun tenen de uitdaging aangaan.
  • zijn de criteria voor de uitdaging helder verwoord, zodat vrijblijvendheid geen kans krijgt?

Flo(w)reren is eigenlijk altijd een onverwacht cadeautje.
Soms heb je als begeleider prachtig materiaal  en  je les zorgvuldig voorbereid. Ben je in opperbeste stemming en in samenspel met je groep. Toch kan de ene keer het resultaat je slechts tevreden stellen. Terwijl een ander keer je groep samen met jou heerlijk uit hun bol gaan YES WE DID IT. 

Het complete kwintet

Ruimte, Tijd en Dynamiek zijn de compagnons van uitdagingen en vaardigheden. Het onderwijs heeft helaas sterk gebrek aan alle drie ruimte, tijd en dynamiek. De een wil graag zeeën van tijd, de ander leert/werkt graag onder druk, dus liefst een splitt of een secondc. De een heeft alle ruimte nodig, de ander is koning op de verikante milimeter.  De toeganspoort tot het rijke onbegrensde vraagt slechts zelf verantwoordelijkheid te nemen door ze alle vijf naar je hand te zetten. Je hoeft ze niet alle vijf op een rijtje te zetten, jij bepaalt volgorde van belangrijkheid en honoeert die om naar eigen willen en kunnen tot bloei te komen.

Ieder is alert aanwezig en sluit in de speeltijd bewust de dagelijkse werkelijkheid uit. Wel kunnen zij ieder moment erin terugkeren als dit nodig is of gewenst.
Vanuit meer dan veertig jaar ervaring binnen onderwijs, durf ik te stellen dat

  • voelen (beleven en ervaren) ontwaakt door het in beweging komen en handelen.
  • willen ontwaakt door de verbeelding en het voorstellingsvermogen
  • zelf kunnen denken zich ontwikkelt in improviseren, experimenteren waarin je meer kunt dan je verwacht of beseft (Vygotsky).

Ubbergen, update zomer 2024